Het is zaterdagavond, tijdens de wedstrijd Finland – Denemarken als Christian Eriksen getroffen wordt door een hartstilstand. Beelden van dit aangrijpende gebeuren gaan de hele wereld over. Door goed, snel en doelmatig optreden van medici en de aanvoerder Simon Kjaer overleeft Eriksen het gelukkig. Het optreden van Kjaer is volgens menigeen buitengewoon. Het AD noemt hem een attente medicus, captain en vaderfiguur ineen. Hij zou volgens vele reacties de speler van het EK toernooi moeten worden en wordt wereldwijd als held geroemd. Ik wil daar helemaal niets aan af doen. Kjaer heeft fantastisch gehandeld. Kjaer is de druppel die daar het verschil maakte.
Het hele gebeuren zet me wel aan het denken… Volgens de Hartstichting worden jaarlijks 17.000 mensen in Nederland, buiten het ziekenhuis, getroffen door een hartstilstand! Allemaal mensen zoals Eriksen. Elke dag krijgen hulpverleners, zoals ambulancepersoneel, brandweer en politie meldingen dat iemand getroffen is door een hartstilstand. Elke dag zijn de hulpverleners in Nederland aan het reanimeren om te proberen het leven van iemand te redden. Veel hulpverleners worden meerdere malen in een jaar hiermee geconfronteerd. Ook zijn er op dit moment in Nederland meer dan 230.000 burgerhulpverleners: mensen die kunnen reanimeren en een buurtbewoner in geval van nood direct hulp kunnen bieden.
De beelden van de voetbalwedstrijd waren schokkend om te zien. De werkelijkheid is net zo schokkend. Bij iemand met een hartstilstand is er een hele dunne lijn tussen leven en dood. Als hulpverlener doe je alles om hem of haar in leven te houden. De spanning begint al bij de melding. Je gaat met prio 1 ( met zwaailicht en sirene ) ter plaatse. Je weet niet wat je aan gaat treffen. Als je er bent kun je niet toekijken. Je moet handelen. Je begint met reanimeren of sluit de AED aan. Je moet maar accepteren dat het ( helaas te vaak ) niet lukt. Ook de naaste familieleden en vrienden reageren vaak heel emotioneel. Ook voor hen moet je er zijn. De eerste opvang is heel belangrijk. Dit vraagt veel van de hulpverleners. Ik ben ook lid van het Team Collegiale Opvang ( TCO) bij de politie. Zo sprak ik laatst nog een politiecollega. Hij zat nu 18 jaar in de praktijk en hij vertelde me dat hij meer dan 80 keer iemand had gereanimeerd. Ik vraag me dan wel af hoe een mens daar mee om kan gaan.
Helaas hoor en lees ik nog vaak berichten dat hulpverleners worden gehinderd of zelfs belaagd bij hun optreden. Hoe tegenstrijdig is dat! Zij proberen elke keer, net als Kjaer, het leven te redden van een medemens maar krijgen daarvoor geen roem en eer. Wat mij betreft zijn al deze hulpverleners en burgerhulpverleners ook helden. Iedereen die onbaatzuchtig klaar staat om een ander te helpen is wat mij betreft een held. Alle hulpverleners zijn wat mij betreft allemaal druppels die het verschil maken!